De essentie van Open Data

Ik ga maar geen poging doen om een antwoord te vinden op de vraag der vragen: Wat is de zin van ons bestaan? Zo knap ben ik niet. Maar ik doe wel een gooi naar een antwoord op een klein sub-vraagje daarvan: wat is de zin van Open Data?

Mijn gewoonlijke manier om zoiets aan te vliegen is om de vraag laagje voor laagje af te pellen tot ik bij de kern ben aangekomen. Om te beginnen pak ik eerst maar eens het woordje “data” bij de kop. Data is het meervoud van datum, een gegeven, een waargenomen en vastgelegd feit. Ofwel: data zijn geregistreerde feiten.

Maar die definitie voelt ongemakkelijk, en dat zit in het woordje “feit”. Een feit moet eigenlijk verifieerbaar zijn (let op “eigenlijk”). Het moet aantoonbaar zijn. De registratie behelst verder het persisteren op een opslagmedium. In dit tijdperk spring ik meteen maar naar een database. Op basis van de definitie van data zou een database louter aantoonbare feiten mogen bevatten. Waarom moet ik nu denken aan “An inconvenient truth”? Ik zei het al, ongemakkelijk…

Hoe dan ook, een gegeven zou in principe moeten kloppen, en een hele gegevensverzameling zou in principe moeten kloppen. Onjuiste gegevens zou je in principe niet moeten registreren. Dat heeft immers geen nut, toch? O, het gebeurt natuurlijk voortdurend, maar het leidt tot problemen, en problemen vinden we niet nuttig anders zouden we ze niet voortdurend willen oplossen. Dus alleen de registratie van juiste gegevens is nuttig. Ofwel: de zin van data is direct evenredig aan de juistheid van die data.

Tot zover getackeld: Wat is data? Wat is de zin van data? Het gaat lekker. Rest alleen nog: “open”. Zo gepiept. Ik hoef alleen nog maar te analyseren wat de zin is van de openheid van data.

Iets is open als het toegankelijk is. Er lijkt mij ook een mate van openheid. De toegankelijkheid van de inhoud van een kluis is bijvoorbeeld beperkt tot diegenen die de toegangscode kennen, maar de inhoud van een koektrommel is toegankelijk voor iedereen die bij de koektrommel kan en het deksel weet los te krijgen. Twee voorbeelden die eigenlijk over de mate van geslotenheid gaan.

Geslotenheid is het tegenovergestelde van openheid. Zowel openheid als geslotenheid kan zinvol zijn. Ik vind het bijvoorbeeld heel zinnig om de inhoud van de koektrommel tot op zekere hoogte gesloten te houden voor mijn kindertjes. Stel je voor dat ze zich ziek vreten aan een overdosis koekjes. Plaats in dit zelfde perspectief ook de kast met schoonmaakmiddelen, het medicijnenkastje en de kast met sterke drank. Bescherming van de inhoud zelf, maar vooral de consumentjes is hier feitelijk de drijfveer.

Data is inhoud. Dus is de zin van de geslotenheid van data afhankelijk van de mate waarin die data en/of dataconsumenten beschermd moeten worden? Ja, me dunkt dat Jan en Alleman geen toegang zou moeten hebben tot bijvoorbeeld de inloggegevens van de DigID’s van alle Nederlanders. En als iedereen in de wereld het feitelijke recept van Coca Cola zou kennen, is dat natuurlijk niet bevorderlijk voor de concurrentiepositie van Coke. Data kan de eigenaar ervan voordeel (winst, controle, macht)  opleveren. Openheid van die data verdunt en verdeelt dat voordeel. Als dat maatschappelijk wenselijk zou zijn, dan is de openheid van die data maatschappelijk zinvol. De zin van openheid van data is dan dus ook gekoppeld aan maatschappelijk belang. Maar dat geldt ook voor de zin van de geslotenheid van data.

Op de Open Data Estafette (ODE) benaderde Professor Nico Baken (TU Delft) de openheid van data meteen maar vanuit een filosofisch perspectief. Hoogdravend maar inspirerend. Wat bij me is blijven hangen, is het woordje “pneuma“. Het is een oud, Grieks woord dat letterlijk “adem” betekent, maar in religieuze zin “ziel”. De filosofische betekenis komt vooral neer op “essentie”. Kortom: Pneuma gaat over wezenlijk nut: levensbelang. Professor Baken sloeg dat allemaal plat tot “zin”, maar in de wezenlijke betekenis. De boodschap die ik eruit haalde was om na te denken over het wezenlijke belang van open data: Waarom, en voor wie is de te openen data belangrijk?

Op hetzelfde congres sprak Ed Nijpels over de maatschappelijk waarde die je creëert door data van verschillende bronnen (en eigenaars) te verbinden. Door data vrij beschikbaar te maken ontstaat vrijheid voor anderen om die verbindingen te maken en toepassingen te maken die eerst niet mogelijk waren. Toepassingen die belangrijke maatschappelijke vraagstukken kunnen oplossen. Ed Nijpels is voorzitter van de borgingscommissie van het energieakkoord, en beziet het maatschappelijk belang van Open Data vanuit dat akkoord. Hij vestigt grote hoop op Open Data voor het borgen van een duurzaam energiebeleid en het realiseren van duurzame groei. Data die van maatschappelijk belang is, zou vrij toegankelijk moeten zijn voor iedereen die er maatschappelijke waarde mee wil creëren.

Een mooi voorbeeld van een Open Data toepassing dat op de ODE werd gepresenteerd, is de combinatie van open data over zonkracht, kadastrale data en hoogtepunten data om te berekenen of het zinvol zou zijn om op een bepaald oppervlak (bijvoorbeeld je eigen dak) zonnepanelen te plaatsen. Door die drie losse databronnen te verbinden zijn we in staat wezenlijke vragen te beantwoorden. Absoluut zinvol door die verbondenheid. Het nut van het openbaar maken van data moet je dan kunnen bezien vanuit de combinatie met data die door anderen openbaar is gemaakt. Eigenlijk gaat het dus vooral om vrije uitwisseling van gegevens en de vrijheid in het verbinden van die gegevens. Openheid, vrijheid, verbondenheid.

Open, open, open moet het zijn. Thé Lau (The Scene)  zong dat in 1991 al. Dat ging dan wel niet over data, maar hun boodschap is er wel degelijk op van toepassing: Open, open, open je voor mij, en ik open, open, open me voor jou. Openheid leidt tot verbondenheid. En die verbondenheid is misschien wel de belangrijkste voorwaarde voor ons welvaren, en jawel, de zin van ons bestaan.